Deze week heeft Ben Kruijssen van Natuuradvies zijn rapportage opgeleverd. We zijn weer een stapje dichterbij het indienen van de aanvraag wijziging bestemmingsplan.

In eerdere blogs hebben we melding gemaakt van hetgeen we met Ben in het veld beleefden. Beschrijving van het veldwerk en de gevonden epifyten (epi watte: korstmossen...) vind je onder veldwerk en epifyten.

 

Naast de constatering dat er op een veld dat 3 keer per jaar wordt omgeploegd GEEN jaarrondbroedende vogels te vinden zijn en dat er in het essenbos van Staatsbosbeheer GEEN vleermuizenholen zitten, hebben we Ben gevraagd mee te denken over kansen van ons plan.

Hij adviseert te komen met een hoogstamboomgaard (inclusief notenboom). Met het oog op de rijke vegetatie aan epifyten verwacht hij ook op de bomen die we zelf gaan kweken hiervoor interessante ontwikkelingen.

Daarnaast hoopt hij dat we knotwilgen in diverse soorten en essen als essenhakhout gaan maken.

De bosrand wordt ook diverser als een deel van de essen tot essenhakhout wordt gemaakt. Daarnaast kunnen vlieren, meidoorsn en haagbeuken de rand verlevendigen. Aangevuld met (uiteraard) inheemse besdragende struiken.

Waar we botanische kwaliteiten willen toevoegen doen we goed aan om niet de toegevoegde schrale grond met de klei te vermengen, maar deze er (los) bovenop te leggen. Klei zou anders het arme materiaal teveel verrijken, waardoor we ons doel niet bereiken.

Ergens op het terrain komt een wat afgelegen plek die rustgebied wordt. We gaan er takkenrillen maken creëren zo een gebied gunstig voor kleine zoogdieren, marterachtigen en foeragerende broedvogels.

Insectenhotels en vleermuizenkasten en andere nestkasten maken het voor vogels nog aantrekkelijker.

En we gaan zeker nog op zoek naar mogelijkheden om onze natuurmaatregelen door bijvoorbeeld landschapsbeheer ondersteunt te krijgen. (Als iemand daar al ervaring mee heeft dan horen wij dat graag!

Tot zover de natuur! Op naar de RO toets.

primi sui motori con e-max.it